terça-feira, 15 de agosto de 2017

De herrijzenis van Alfama, geboorteplaats van de fado

Este artigo no jornal de referência Holandês “De Volkskrant” descreve as ambivalências dos efeitos da Turistificação de Lisboa. Mais recuperação, mais investimento mas também mais gentrificação , expulsão dos habitantes locais e total mudança do carácter e da autenticidade e vivência da cidade.
OVOODOCORVO
Toerisme stopt verval van Lissabon, maar het leven is eruit



De herrijzenis van Alfama, geboorteplaats van de fado
Lissabon bloeit als nooit tevoren. Het oude centrum krijgt een tweede jeugd. In verwaarloosde paleizen verrijzen luxe appartementen voor rijke buitenlanders en toeristen. De inwoners zelf reageren verdeeld. De verloedering is tot staan gebracht, vindt de een. Het traditionele buurtleven verdwijnt, treurt de ander.

Door: Maartje Bakker 13 augustus 2017, 20:12



Ze staat nooit stil. Alsof dat niet passend zou zijn in deze stad, niet op dit moment. Melanie Guerra (39) - stijlvol-rode pumps, wilde bos krullen - stuurt haar kleine witte Peugeot door de straten van Lissabon. Door rode stoplichten, over taxibanen. 'Ik zoek de nieuwe kansen', zegt ze. Kansen aan knusse pleintjes, met uitzicht op het kasteel of de rivier, of met een tuin erbij. Het bedrijf waarvoor ze werkt, Stone Capital, maakt in oude gebouwen gloednieuwe appartementen. 'Ik wacht niet tot iets op de markt komt', zegt Guerra. 'De beste gebouwen zijn van erfgenamen die ruzie met elkaar hebben.'

Bij het Palacio Santa Helena stapt ze uit - hier geen ruziënde familie, maar een school die ophield te bestaan. Het paleis, ooit het bezit van een hertogelijke familie, krijgt 21 appartementen. Guerra rent naar 'het balzaalappartement'. 'Het is gekocht door een heel, heel beroemde acteur. O ja, je kent hem zeker. En zijn vrouw ook. Maar ik mag niet zeggen wie het is.' De enorme balzaal, met typisch Portugese azelejos aan de muur en ornamenten in het plafond, wordt de keuken. Geen tijd om te blijven staan, naar het volgende appartement.

Guerra loopt alweer naar buiten en wijst naar de was die te drogen hangt bij een buurhuis. 'Dat is wat mensen willen', zegt ze. Dit is Alfama, ooit een volkswijk, waar de fado werd geboren. De muur van het huis tegenover het paleis is zwart uitgeslagen, de verf afgebladderd. 'Dat laten we ook schilderen', zegt Guerra tevreden.

Het decor is la senhora Julia (92). Mevrouw Julia. Zo kennen de mensen uit de buurt haar, maar als je het wilt weten: haar achternaam is Pereira Marino Santos. Ze woont om de hoek bij het paleis. Voor haar ogen heeft zich alles voltrokken. Zij is al die tijd in haar deuropening blijven staan. In elk geval sinds 2009. Dat is te zien met Google Street View. Zelfde schort, zelfde keurig gekamde haar, zelfde vrouw.

Andere buren.

In dit ene straatje in Alfama komt alles samen. Lissabon was vervallen, verwaarloosd, vergeten. Maar nu herrijst de stad uit haar eigen puin. Ze krijgt een tweede jeugd.

Julia heeft het al begrepen. 'Ik ben oud, maar nog fris', zegt ze met een tikje tegen haar hoofd. 'In het paleis komen nu ook appartementen voor toeristen.' Zo ging het ook met het huis tegenover haar. 'Het was een ruïne', vertelt ze. 'Twintig jaar lang was het dichtgemetseld. Er woonde niemand. Nu zitten er vakantiegangers in.' Als je zoekt op Airbnb, zie je dat op een stukje grond van 300 bij 100 meter rond Julia's huis meer dan 300 appartementen te huur worden aangeboden. Airbnb telt maar tot 300.

Lege stadscentra
Portugese steden, en dan vooral Lissabon en Porto, waren lange tijd een donut: het centrum leeg, de buitenwijken vol nieuwe huizen. 'Iedereen die het zich kon veroorloven koos voor een ruim huis, een parkeerplaats en een tuin in de buitenwijken', legt Víctor Reis uit. Hij is directeur van het Instituut voor Huisvesting en Stedelijk Herstel. 'En bijna iedereen kon het zich veroorloven.' Ook in Portugal maakte de staat huizenbezit financieel aantrekkelijk.

Door de trek naar de buitenwijken kwam het centrum leeg te staan. De Portugezen zijn met te weinig om alle huizen in het land te vullen, zegt Reis. 'Er zijn zes miljoen huizen, maar slechts vier miljoen huishoudens.' Hij pakt er een grafiek bij: in 2011 stonden er 735 duizend huizen leeg, een recordaantal. Ook diende een heel aantal huizen als tweede woning.

Terwijl de Portugezen in de buitenwijken in nette huizen woonden, bleven alleen de armsten in het verloederende centrum. Vooral ouderen konden daar goedkoop wonen: de huren waren voor hen bevroren. 'Het was een ramp. De bevriezing van de huren heeft de centra van onze steden vernietigd', zegt Reis. 'Huiseigenaren hadden geen geld om gebouwen te onderhouden.'

Het klopt: Portugese steden kennen nog steeds onbegrijpelijk veel karakteristieke gebouwen met luiken die vermoeid uit de sponningen hangen, gevels die afbrokkelen en planten die bezit van de dakgoten hebben genomen.

Bevriezing van de huren werd voor het eerst toegepast in 1910. Portugal werd toen een linkse republiek, en de republikeinse politici wilden tegemoet komen aan klachten over hoge huren. 'Soms werd de huur een tijdje vrijgegeven, maar dan werd hij weer bevroren', vertelt Reis. 'Ook tijdens de democratische revolutie van 1974, bijvoorbeeld.' Vanaf 1990 werden de huren langzaam ontdooid, maar alleen voor nieuwe contracten. Zo kan het dat er nog steeds Portugezen op leeftijd zijn die een appartement huren voor minder dan 20 euro per maand.

In gebouwen die instorten, dat wel. De ouderen wonen vaak op de bovenste verdieping - dat was het goedkoopste in tijden zonder lift. 'Ze kunnen hun huis dikwijls niet eens meer uit', weet Reis. 'Ze overleven door hun buren. Het enige wat we kunnen doen, is wachten tot ze doodgaan. Want als je ze verplaatst, vermoord je ze.'

Toen Portugal in 2011 een Europese noodlening kreeg, werd het land gedwongen de huurwetgeving te versoepelen, óók voor bestaande contracten. Voor huisbazen werd het bovendien vrij gemakkelijk huurders uit te zetten. Alleen 65-plussers zijn onaantastbaar. Verder ontsnapt niemand aan de nieuwe wet, of het nu bewoners of bedrijven zijn.

Het heeft ertoe geleid dat het aantal traditionele winkeltjes in Baixa, een wijk naast Alfama, in twee jaar tijd is afgenomen van 300 tot 180. Kruideniers, drogisterijen, boekhandels, winkeltjes voor naaigarnituren, hoedenwinkels: allemaal krijgen ze, nu de overgangsperiode van vijf jaar afloopt, op basis van de nieuwe huurwet de wacht aangezegd. Het aantal souvenirwinkels is sinds 2012 toegenomen van 14 tot 93. 'Dit is de weg die we moeten volgen als we de verwoestijning van Baixa willen', zei de vertegenwoordiger van de middenstand boos in de krant Expresso. 'Steden zonder traditionele winkels zijn dode steden.'

Maar volgens Víctor Reis komt de stad nu eindelijk weer tot leven. 'Godzijdank is de ondergang gestopt', zegt hij. Door de nieuwe huurwet, maar vooral 'dankzij het wonder van het toerisme en Airbnb. Alles is nu anders. Hier kennen we het probleem dat arm wordt verdrongen door rijk nauwelijks', stelt Reis optimistisch. 'Er was daar niemand. Het was grotendeels leeg. Met het toerisme is ons iets goeds overkomen.'

Op het terras een paar meter van Julia's huisje zitten twee Duitse kunstliefhebbers. Ze hebben via Airbnb een huis gehuurd waar ze helemaal weg van zijn. Vooral van de roomwitte tegeltjes in de keuken met onregelmatig gevormde randjes. Hun onderkomen kost 1.600 euro voor een week. 'Dat doen we normaal niet hoor', zeggen ze.

Geen bairrismo meer
Ze bestellen stevige sardines in grote korrels zout. Twintig jaar geleden bezochten ze Lissabon voor het eerst. 'Er is hier niets veranderd', zegt Werner Klein, de man. De ober van A Parreirinha de São Vicente gedraagt zich alsof hij een volks type speelt in een toneelstuk over het Portugal van gisteren. Hij weigert hardnekkig, mogelijk als laatste hier in de buurt, een woord in een andere taal te spreken.

Alles is hier veranderd, zegt de ober later op de avond. 'Geen kinderen meer op straat. Geen licht in de huizen 's avonds. Geen bairrismo meer.' Bairrismo - vertaal dat maar eens. Het komt erop neer dat de buurt het middelpunt van het bestaan is. 'Voor mij is het goed. De buren hebben toch geen geld om in mijn restaurant te komen eten.'

Julia groet een buurvrouw. 'Dat is een van de weinigen van vroeger', zegt ze. En dan: 'Ik houd meer van vroeger dan van dat moderne. De kinderen lukt het niet hier een huis te krijgen.'

 'Geen kinderen meer op straat. Geen licht in de huizen 's avonds. Geen bairrismo meer.'
Vroeger wilde de middenklasse misschien niet in het centrum wonen, nu kan het niet. Ook het stadsbestuur van Lissabon ziet dat als een probleem. Het wil de sociale verhuur, die in Portugal nooit van de grond kwam, uitbreiden. Gebouwen van de gemeente worden in beheer gegeven bij bedrijven die ze opknappen en bewoonbaar maken. Daarna mogen ze een van tevoren vastgestelde huur vragen, tussen de 250 en 450 euro per maand. Zo zouden er in het centrum vijfduizend appartementen beschikbaar moeten komen voor mensen met een middeninkomen.

Melanie Guerra en haar collega's verkopen hun opgeknapte appartementen voor het grootste deel aan vermogende buitenlanders. Zij zien een woning in Alfama als een investering. En ze weten: nieuwe bewoners hoeven de eerste tien jaar in Portugal geen belasting te betalen. Als ze meer dan 500 duizend euro investeren - bijvoorbeeld door een huis te kopen - krijgen ze de Portugese nationaliteit er gratis bij.

#fuckairbnb
Als Guerra wegrijdt in haar witte auto, kijkt ze nog even misprijzend naar de graffiti op het pand met de strakwitte muren tegenover Julia's huisje. Ook dat werd opgeknapt door Stone Capital. Met rode letters is op het gebouw geklad: 'Busco um apartemento ao oriente de Oriente.' Ik zoek een appartement ten oosten van het Oosten. En daaronder: #fuckairbnb.

Het is een verwijzing naar een gedicht van Fernando Pessoa, die schreef: 'Ik ga in de opium die troost zoeken / een Oosten ten oosten van het Oosten.' Het is ook gewoon een betaalbare uitvlucht: ten oosten van het station Oriente, over de Taag, zijn de huizen vele malen goedkoper.


Dit is een artikel van Volkskrant Plus. Volkskrant Plus artikelen zijn exclusief voor abonnees.

Sem comentários: